Aan mijn voordeur stond een moeder, zichtbaar over haar grens. Naast haar haar dochtertje met het syndroom van Down.
“Alles loopt vandaag anders dan gepland,” verzuchtte ze.

De fietsroute was langer dan verwacht, ze kwam te laat, haar telefoon was leeg en de reservebatterij lag – uitgerekend vandaag – thuis. Haar dochtertje had vooral behoefte om even te rennen en stoom af te blazen.

Ik stelde voor om even naar het speeltuintje twee straten verderop te gaan. Ze vroeg voorzichtig of een half uurtje uitstel mocht. “Vind je dat niet erg?”
Nee. Helemaal niet.

Want ik wéét hoe het met kinderen gaat. Zeker met kinderen die net iets meer nodig hebben. Je kunt ze niet zomaar een behandelkamer in trekken en verwachten dat ze zich direct veilig voelen. Daar is ruimte voor nodig. Tijd. Rust.

Na een half uur kwamen ze terug. De rust was wedergekeerd. Nieuwsgierig verkende het meisje het hele huis, inclusief zolder. Daarna de behandelkamer. Ze wist nu waar ze was.

De moeder kreeg haar behandeling. Haar dochter keek aandachtig mee — en besloot toen dat het haar beurt was. Ze kroop op de behandeltafel, schoof haar moeder opzij, en gaf precies aan welke voet eerst en wanneer het de beurt van de andere was. Zelfs haar knuffel kreeg een ‘behandeling’.

Flexibiliteit is geen extraatje als je met kinderen werkt. Het is essentieel.
En op zulke momenten weet je: dit is precies waarom ik doe wat ik doe.

Alles met de Kracht van Zachtheid

Recommended Articles